Met de auto naar de Westfjorden in IJsland

De Westfjorden in IJsland (Vestfirðir) zijn nog redelijk onontdekt. De regio ligt behoorlijk afgelegen, daar bovenin het noordwesten. De doorgaande Ring Road 1 komt er niet en als je de lokale bevolking moet geloven kunnen de wegen een behoorlijke uitdaging zijn. En laten wij daar nu net van houden! Met de auto naar de Westfjorden in IJsland, dat doen we in oktober. Oktober is een echte overgangsmaand in IJsland. Het kan nog heerlijk herfstweer zijn in deze tijd van het jaar, maar de winter kan ook vroeg komen en zorgen voor winterweer en afgesloten wegen.

Let op: De verkeerssituatie in de Westfjorden is veranderd. Door een nieuwe tunnel zijn er mogelijkheden om ook in de winter de Westfjorden rond te rijden. Lees hier meer over de nieuwe Dýrafjarðargöng tunnel in de Westfjorden.

Vestfirðir, de Westfjorden

Vestfirðir (Westfjorden) is één van de 8 regio’s in IJsland. De regio heeft een oppervlakte van bijna 9500 km² en er wonen nog geen 7500 mensen. Dat is omgerekend ongeveer 0,8 inwoners per km². Niet veel dus! Er zijn maar weinig mensen die de Westfjorden bij een eerste keer in IJsland bezoeken. De regio is echt voor “gevorderden”, wordt gezegd. Een soort IJsland 2.0 :-) Tijdens een roadtrip door de Westfjorden moet je bergpassen over die gevaarlijk kunnen zijn, zeker met wind- en of sneeuwstormen. Een aantal van deze bergpassen zijn niet verhard en worden bij slecht weer niet onderhouden. Dat is dan ook de reden waarom geadviseerd wordt om de Westfjorden te bezoeken in de zomermaanden. Je kunt dan nog steeds last hebben van zandstormen of veel neerslag maar de gladheid blijft in de meeste gevallen achterwege.

Lees ook: route voor 3 dagen IJsland

Huurauto van Sunny Cars

Een auto voor deze rondreis door de Westfjorden van IJsland huren we bij Sunny Cars. Sunny Cars maakt gebruik van een all-in service waarbij je voor alles verzekerd bent. Ook voor schade, mocht je hier onverhoopt mee te maken krijgen. Je eigen risico krijg je in dit geval gewoon teruggestort. Een prettig idee, zeker omdat we niet precies weten wat voor wegen we gaan aantreffen.

Onze route door de Westfjorden

De route door de Westfjorden is op zich snel uitgestippeld. Als je een rondje wilt rijden heb je niet zo veel mogelijkheden, er is namelijk maar 1 “hoofdweg” met een aantal afslagen die bijna allemaal dood lopen. In eerste instantie willen we wat uitstapjes maken vanaf deze route maar doordat het allemaal erg bergachtig is gaat dat voor ons helaas teveel tijd in beslag nemen.

Conditie van de wegen in de Westfjorden van IJsland

Wekenlang checken we de conditie van de wegen op Road.is, waar de hele dag door wegcondities worden geüpdatet. We boeken een 4×4 en we gaan ervoor. Mét een plan b, dat wel. Het meest kritieke stuk is namelijk een onverharde bergpas, Hrafnseyrarheiði heath (road 626), meteen na Pingeyri. De dagen voor ons vertrek staat de weg oranje aangegeven, wat wil zeggen dat er “spots of ice” aanwezig zijn. Als we het niet aandurven of als we het advies krijgen het beter niet te doen rijden we dezelfde weg terug, spreken we vooraf af. Gelukkig zijn de vooruitzichten goed voor alle andere delen van de route.

Lees ook: Waarom in de winter naar IJsland?

Road.is voor actuele conditie van wegen in IJsland

Zoals je ziet kan de kaart van Road.is lekker kleurrijk zijn. En dat al aan het einde van de maand oktober! Gelukkig zijn de wegen tijdens ons bezoek (half oktober) allemaal groen, behalve het stuk tussen Pingeyri en Dynjandi, Hrafnseyrarheiði heath road 626 (oranje). De kleuren van de wegen staan voor:

• groen: makkelijk begaanbaar
• Oranje: plekken met ijs
• Lichtblauw: glad
• Donkerblauw: extreem glad
• Wit: natte sneeuw
• Paars: moeilijk begaanbaar
• Zwart: slechte conditie
• Rood: afgesloten
• Grijs: geen winter service
• Grijs met vraagteken: onbekende conditie

Naast kleuren staan er ook geregeld symbolen langs de wegen op de kaart aangegeven. Deze symbolen kunnen stormen, sneeuwval, sneeuw “showers”, mist, zandstormen en andere condities weergeven. De vakjes geven aan waar precies langs de weg een camera staat. Camerabeelden worden weergegeven op deze pagina met webcambeelden. Je kunt in het blokje de temperatuur aflezen en de windrichting. Het eerste getal achter het autootje staat voor het aantal auto’s dat in de laatste 10 minuten langs de camera is gereden. Het tweede getal geeft het aantal gepasseerde auto’s sinds middernacht aan. In een ander artikel schrijf ik meer over de wegen in de Westfjorden.

Route Reykjavik – Hólmavík, road 60 en 61

Van Reykjavik rijden we meteen na aankomst in ongeveer 3,5 uur (273 kilometer) naar Hólmavík. Helaas hebben we wat vertraging en gaat het bij de autoverhuur allemaal tergend langzaam. We verliezen daardoor zeker anderhalf uur. Jammer, want we hadden gehoopt om op weg naar Hólmavík de Hraunfossar watervallen mee te pakken. Die bewaren we nu voor de terugweg. We rijden zeker anderhalf uur in het donker, waarbij we een aantal bergpassen moeten trotseren. Road 60 is een prima weg om te rijden, evenals road 61 naar Hólmavík. We overnachten voor €81,00 (kamer, exclusief ontbijt) in Finna Hótel Guesthouse. Vrij basic maar helemaal prima voor 1 nacht.

Drangsnes hot pots

’s Morgens rijden we met schemer weg, we willen meteen twee hot pools bezoeken. Drangsnes ligt op 32 kilometer afstand van Hólmavík en we rijden er in een half uurtje naartoe. In Drangsnes liggen 3 hot pots langs de kant van de weg, die gevuld worden met warm water uit geothermische bronnen. De hot pots van Drangsnes worden veel gebruikt door de lokale bevolking en vooral aan het einde van de dag. Aan de overkant van de weg zijn sanitaire voorzieningen (toilet en douche) aanwezig. Het water is heerlijk warm, het is dan ook een “dingetje” om er weer uit te komen. Het waait ontzettend hard en het is 4 graden boven 0. Gelukkig warm je aardig op na een tijdje in een hot pool, je lichaam kan hierna wel weer wat kou hebben. Een super mooi plekje dit, met uitzicht over het fjord.

Lees ook: Snaefellsnes, 22 highlights die je niet mag missen

Rondje Drangsnes en Gvendarlaug, road 645

Gvendarlaug is de volgende hot pool die we willen bezoeken, het ligt ongeveer 20 kilometer verderop. Google Maps stuurt je waarschijnlijk met de klok mee omdat de weg daar verhard is. Wij kiezen voor de andere route, tegen de klok in. De weg is hier onverhard, maar wat een vergezichten. Echt mooi! Het is wisselend bewolkt en zo nu en dan valt er wat regen. We worden dan ook geregeld getrakteerd op regenbogen die vaak aan beide kanten de grond lijken te raken.

Gvendarlaug hot pool en verwarmd zwembad

Gvenderlaug is één van mijn favoriete hot pools tijdens deze roadtrip door de Westfjorden. Naast hotel Laugarhóll, een voormalige kostschool, liggen verschillende warmwaterbronnen. In de oudste bron mag je niet baden. Deze ligt iets verder achter het hotel en de geschiedenis van deze bron lijkt terug te gaan naar het begin van de 13e eeuw. Meteen naast het hotel ligt een hot pool waar luchtbelletjes vanuit de bodem naar boven komen borrelen. Het water is zo’n 42 graden, heerlijk.

Heb je zin om baantjes te trekken dan kan dat in het naastgelegen 25 meter bad Gvendarlaug hins góða. Dit geothermisch verwarmde zwembad werd in 1947 door boeren uit de omgeving gebouwd. Vele zwemwedstrijden zijn er door de jaren heen gehouden, waarvan je foto’s kunt zien in het gebouw met verwarmde kleedruimtes. De kosten voor gebruik van het zwembad en de hot pool bedragen ISK 500. Je kunt dit betalen bij de receptie van het hotel, of je kunt het geld in de hiervoor bestemde “bus” gooien bij het binnenkomen van de kleedruimte.

Aan de andere kant van het zwembad bij de authentieke huisjes ligt nog een hot pool. Deze is wel ondiep, dus wil je helemaal ondergedompeld in het warme water zitten dan kun je beter de hot pool meteen naast het zwembad pakken. Het is wel een prachtig plekje. Bij de huisjes krijg je een goede indruk hoe mensen hier vroeger leefden.

Lees hier meer over de Gvendarlaug hot pools en de turfhuisjes.

Route Hólmavík – Ísafjördur, road 61

Vanuit Hólmavík lijken we via de Steingrimsfjörðurheiði pas zo de hoogvlaktes op te rijden. Het doet Schots aan hier, het landschap heeft veel gelijkenissen met de Schotse hooglanden. Kale, ronde heuvels met slingerende rivieren en veel watervallen. De temperatuur zakt hier richting 0 en we zien op verschillende plekken sneeuwresten liggen. Het waait ook behoorlijk hard. Bij het uitstappen moeten we echt uitkijken dat de deuren van de auto niet de andere kant op slaan.

Als we het eerste fjord tegenkomen lijkt het een stuk rustiger te worden wat betreft de wind. Het ziet er allemaal vredig uit zo tussen die hoge bergen. Het duurt dan ook niet lang voor we de eerste zeehonden spotten die lekker liggen te luieren op de oevers van het fjord. Aan walvissen heb ik wel gedacht voor we aan deze roadtrip door de Westfjorden begonnen, maar niet aan zeehonden. Een cadeautje dus!

Hörgshliðarlaug hot pool

Het tweede fjord, Mjóifjörður, kunnen we rondrijden met de auto, maar we kunnen ook de brug pakken. Omdat we naar de Hörgshliðarlaug hot pool willen laten we de brug voor wat het is en rijden we om het fjord heen over gravel road 633. Hörgshliðarlaug is een klein aangelegd zwembadje direct naast het water. Het kleedhokje is wat ranzig en door de koude wind voelen we niet heel erg de noodzaak om in het badje te gaan zitten. Bovendien hebben we nog een lange weg te gaan naar Ísafjördur, dus hup, de auto weer in en door.

Heydalur hot pool

Aan de andere zijde van het fjord gaat de weg omhoog en wordt het behoorlijk smal. We rijden naar Heydalur, een plek in een mooie vallei. De herfstkleuren komen hier goed tot hun recht. Het is echt een plaatje met de IJslandse paarden in de weides! Je vindt hier Country hotel Heydalur, wat vooral bekend is om de paardrijtochten die ze aanbieden. Het is een beetje een rommeltje om het hotel, zien we als we naar de natuurlijke hot pool lopen iets verderop. Heydalur hot pool zelf is mooi en vanaf deze plek kijk je mooi uit over de vallei. Binnen in een soort kasje is er een klein verwarmd zwembad. Het zal in de zomer misschien anders zijn, maar nu is het niet direct een plek waar ik graag langer zou willen blijven. Snel weer de auto in en verder!

Ísafjarðardjúp: besneeuwde bergen en walvissen

Het volgende stuk wat we rijden is adembenemend mooi. We kijken uit over het Ísafjarðardjúp fjord naar besneeuwde bergen, waar wolken als een deken overheen lijken te liggen. Watervallen eindigen hier in het fjord. Het is al schemerig aan het worden wat fotograferen uit de hand lastig maakt. Terwijl ik probeer de overkant goed in beeld te krijgen zie ik ineens walvisstaarten het water uitkomen. Wauw, er zitten er een heleboel! Aan de vorm van de ruggen te zien hebben we hier te maken met de dwergvinvis. Het is muisstil overal, wat een heerlijke plek. Verderop zien we een walvis uit het water springen, maar deze kan ik zelfs met mijn 400 mm lens niet op beeld vastleggen. Te ver weg en helaas toch al te donker.

De volgende fjorden waar we omheen rijden, Skötufjorður, Hestfjorður, Alftafjorður en Seyðisfjorður zijn stuk voor stuk plaatjes. Ik stop op een gegeven moment maar met fotograferen want de beelden worden er niet beter op. Het is donker als we in Ísafjörður aankomen. We eten in het leuke restaurant Tjöruhúsið, waar je voor een vast bedrag van ISK 6000 een 3-gangen diner krijgt. Omgerekend is dat €42,00. Voor Nederlandse begrippen aan de prijs maar wat is het lekker. Er staan 6 grote pannen met verse vis, op verschillende manieren bereid. Er hangt een goede sfeer, mede doordat er plaatjes gedraaid worden op een oude platenspeler. Een aanrader!

Via Vestfirðir tunnel naar Flateyri

Door de Vestfirðir tunnel heen rijden we naar Flateyri, waar we overnachten. Deze tunnel, die officieel Vestfjarðagöng heet, is met een lengte van ruim 9 kilometer de langste tunnel van IJsland. De tunnel werd aangelegd omdat de erboven gelegen Breiðadalsheiði pas (610 meter hoog) vaak voor problemen zorgde. In 1996 werd de tunnel geopend. Vanaf Ísafjörður begint de tunnel met 2 banen, maar halverwege wordt dit 1 baan. Vanaf de andere kant heeft het verkeer voorrang. Voor tegenliggers zijn er plekken (haventjes) om opzij te gaan voor de tegenliggers.

Accommodatie in Flateyri

In Flateyri overnachten we in hotel Holt Inn. Vanuit het hotel heb je prachtig uitzicht op de bergen, die ’s morgens als we wakker worden met een laagje sneeuw bedekt zijn. Onze kamer lijkt recent gerenoveerd, een prima plek. Alhoewel we de enige gasten zijn zet de eigenaar ons een uitgebreid ontbijtbuffet voor. De kosten voor deze overnachting bedragen €118,00 voor een kamer inclusief ontbijt.

Hrafnseyrarheiði heath, road 626

Vandaag pakken we road 626 rijden waarover altijd veel gezegd wordt: Hrafnseyrarheiði heath. De conditie van dit gedeelte is nog steeds oranje, wat wil zeggen dat er “spots of ice” op de weg liggen. We vragen de eigenaar van het hotel nog eens om advies. Als hij hoort dat we een 4×4 hebben is zijn oordeel “you should be fine, I think”. Daar gaan we het mee doen!

Het is een mooie heldere dag en de voorspelling is dat het ook zo blijft. De weg is tot aan Pingeyri geasfalteerd. Daarna begint de gravel road, die ons al heel snel naar grote hoogte brengt. Hrafnseyrarheiði ziet er uit als een soort maanlandschap. Er groeit niets en alles is dezelfde kleur. De auto moet geregeld behoorlijk zijn best doen om de steile stukken omhoog te komen. Vooralsnog valt het me alles mee en begrijp ik niet zo goed dat mensen zeggen dat deze weg nerve wracking is.

De weg op Hrafnseyrarheiði heath is behoorlijk breed, veel breder dan ik dacht. Mocht je tegenliggers tegenkomen (wat hier niet zo snel gebeurt) kun je elkaar met gemak passeren. Regelmatig is de afgrond naast de weg behoorlijk diep, vooral in de bochten. Deze bochten kunnen erg scherp (en steil) zijn en hebben maar op een paar plekken “ een soort” vangrail. Met putten in de weg valt het op dit eerste stuk wel mee. Welgeteld komen we 1 ice spot tegen, veel minder dan we hadden verwacht met code oranje.

Arnarfjörður ford

De weg richting het 30 kilometer lange Arnarfjörður fjord is erg mooi. Het Arnarfjörður fjord is het op 1 na grootste fjord van de Westfjorden, na Ísafjarðardjúp fjord. Al snel zien we walvissen in het midden van het fjord. Gaaf! Helaas te ver weg om behoorlijke foto’s te maken, maar alleen al het zien van de dieren is bijzonder. Het is windstil in het fjord en we genieten langs de kant van de weg van het uitzicht.

De weg langs het water van het Arnarfjörður fjord leidt ons naar de baai Dynjandisvogur, waar de imposante Dynjandi waterval (Fjalfoss) ligt. Arnarfjörður is een soort van Loch Ness van IJsland. In IJsland zijn er in de afgelopen eeuwen veel meldingen geweest van monsters in meren en fjorden. Maar liefst 180 van de in totaal ruim 4000 meldingen werden gemaakt rondom het Arnarfjörður fjord. Wil je meer te weten komen over het monster van Arnarfjörður en over andere monsters in IJsland dan kun je na een bezoek aan Dynjandi doorrijden naar Bíldudalur voor een kijkje in het Sea Monster Museum.

Dynjandi waterval, ofwel Fjalfoss

De waterval Dynjandi is met een hoogte van 100 meter de grootste waterval van de Westfjorden. Aan de bovenkant is Dynjandi 30 meter breed, aan de onderkant 60 meter. Het water valt als een sluier naar beneden. Heel anders dan de meeste andere watervallen in IJsland, waar het water “vrij” naar beneden valt.

Onder Dynjandi liggen nog 6 andere watervallen. Deze watervallen passeer je op het ongeveer 200 meter lange pad omhoog naar Dynjandi. De netjes uitziende sanitaire voorzieningen zijn al gesloten voor de winterperiode op het moment dat wij er zijn (half oktober). Lees hier meer over Dynjandi.

Road 60 tunnel, Dýrafjörður tunnel

Tussen Dýrafjörður en Arnarfjörður vind je een nieuwe tunnel: Dýrafjarðargöng. Vooral in de winter lost dit een hoop problemen op voor de mensen die wonen in de Westfjorden. De twee bergpassen Hrafnseyrarheiði heath en Dynjandisheiði heath zijn iedere winter namelijk vaak maandenlang afgesloten waardoor er helemaal omgereden moet worden. Voor toeristen is het door de tunnel makkelijker worden om Dynjandi vanuit noordelijke richting te bezoeken, omdat ze de 18 kilometer lange bergpas Hrafnseyrarheiði heath (road 626) kunnen omzeilen door de tunnel te pakken. Lees hier meer over de Dýrafjarðargöng tunnel en Ring Road 2 in de Westfjorden.

Dynjandisheiði heath, road 60

Tussen Dynjandi en Flókalundur moeten we opnieuw een bergpas over, Dynjandisheiði heath. Je rijdt hier over de wateraanvoer van de Dynjandi watervallen heen. Het water komt uit het Stóra-Eyjavatn meer, 350 meter boven zeeniveau. Vanaf deze hoogte heb je een adembenemend uitzicht over het fjord en de baai. In de winter en in het voorjaar schijnt de hoeveelheid water enorm toe te nemen wat geregeld zorgt voor overstromingen in de omgeving.

Van Dynjandi naar Hellulaug

Het gedeelte van Dynjandi naar Flókalundur hobbelt een stuk meer dan het eerste gedeelte. Er zitten veel gaten in het wegdek en het is soms een hele kunst om ze te ontwijken. Vanaf Flókalundur is road 60 weer geasfalteerd. We willen hier stoppen hier voor de Hellulaug hot pool, maar online staat een beetje onhandig aangegeven waar die precies is. Na even zoeken vinden we het mooie plekje. Als de weg van gravel over gaat in asfalt niet rechtsaf slaan maar rechtdoor rijden, voorbij de informatieborden die aan de rechterzijde van de weg staan. De weg draait naar links en al heel snel na de bocht zie je een blauw bordje met Hellulaug.

Hellulaug hot pool

Waarschijnlijk één van de mooiste hot pools in de Westfjorden is Hellulaug. De hot pool ligt in het plaatsje Flókalundur aan het Vatnsfjörður fjord, op gelijke hoogte met het water. Hellulaug hot pool ligt helemaal tegen de rotsen aan en vanaf de weg zie je de warme bron niet liggen. De bron ligt in de zon en ook nog eens in de luwte. Heb je onderweg winderig weer dan kan het zo maar eens zo zijn dat het hier windstil is. De hot pool is 60 centimeter diep en heeft een temperatuur van 40 graden. Er is een kleine parkeerplaats zonder faciliteiten. Omkleden kan in de auto of bij de hot pool zelf, achter een gemetseld muurtje. Een plek waar je echt even de tijd moet nemen om te vertoeven. En dan het liefst aan het einde van de dag, als de hot pool helemaal in de zon ligt.

Benieuwd naar andere fijne plekjes geothermisch verwarmd water? Je vindt ze terug in deze blog over mooiste hot pools in IJsland.

Patreksfjörður, Látrabjarg en Rauðisandur Beach

Heb je een dagje langer de tijd dan kun je richting Patreksfjörður rijden. De stranden schijnen hier fantastisch mooi te zijn. Vanaf road 60 sla je hiervoor road 62 op en vervolgens road 612. Road 612 brengt je uiteindelijk naar Látrabjarg, helemaal in het puntje van het schiereiland. Hier broeden de Papegaaiduikers (Puffins) van half mei tot half augustus. Onderweg kom je langs 3 stranden met lichtgekleurd zand. Vlak voor het eerste strand kun je afslaan naar road 614, wat leidt naar Rauðisandur Beach: Red Sand beach.

Van Flókalundur naar Búðardalur

Het zuidelijke deel van de Westfjorden is vrij kaal en doet denken aan een maanlandschap. Tenminste, in de maand oktober. Ik kan me voorstellen dat het er in de zomermaanden iets groener is. Toch vind ik het allemaal indrukwekkend. Road 60 is vanaf Flókalundur geasfalteerd tot iets na Gufudalur. Het volgende stuk, naar de Djúpidalur vallei, is weer onverhard en bevat pittige steile bochten. Dit is de plek waar we bijna de weg af worden gereden door een tegemoetkomende auto. De bestuurder van de auto wordt overduidelijk verblind door de laagstaande zon.

Zonsondergang Hvammsfjörður fjord

Aangekomen in Búðardalur eindigt onze Westfjorden roadtrip. Vanaf deze plek rijden we door naar Snaefellsnes, waar we het noorderlicht zien bij Kirkjufell. Ik zou graag nog een keer terug gaan om het meest zuidelijke schiereiland van de Westfjorden te bezoeken. Dan het liefst in de zomermaanden, als de puffins zich ophouden op de kliffen van Latrabjarg om te broeden. Voorlopig kijk ik met veel plezier terug naar de foto’s van deze prachtige trip door de Westfjorden.