Suðuroy, bezienswaardigheden op het meest zuidelijke Faeröer eiland
Ga je binnenkort naar de Faeröer eilanden? Overweeg dan om Suðuroy te bezoeken. Vanuit Tórshavn brengt de ferry je in twee uurtjes naar dit meest zuidelijke Faeröer eiland. Het landschap van Suðuroy is anders dan dat van de meeste andere Faeröer eilanden. Door de afgelegen ligging is er op het eiland een dialect van de Faeröerse taal ontstaan. Veel bewoners van Suðuroy zien het eiland ook meer als een eiland los van de rest van de Faeröer eilanden. Dit maakt dat de Faeröerders van andere eilanden zelf maar al te graag op vakantie gaan naar Suðuroy, ze hebben het gevoel echt even ”weg” te zijn. Er zijn op Suðuroy indrukwekkende kliffen, leuke dorpjes en mooie plekken om te bezoeken. Daarnaast kun je er goed wandelen naar prachtige uitkijkpunten en verborgen meren.
Lees ook: Met de boot naar de Faeröer eilanden of met het vliegtuig?
- Suðuroy, eiland van contrasten
- Smyril Line Tórshavn – Suðuroy
- Waarom zou je dat doen, met de ferry naar Suðuroy?
- Suðuroy bezienswaardigheden en tips
- Akraberg Lighthouse
- Sumba
- Old road 92
- Beinisvørð
- Hvannhagi, hidden lake
- Tvøroyri
- Basalt colums
- Nog meer Suðuroy tips
- Boek jouw reis naar de Faeröer eilanden makkelijk in 1 keer
Suðuroy, eiland van contrasten
Suðuroy is met een oppervlakte van 165 km2 een stuk groter dan de meeste andere Faeröer eilanden en er wonen ongeveer 5000 mensen. De westkant van het eiland is ruig en heeft indrukwekkende kliffen. De meeste dorpen liggen aan de oostkant van Suðuroy, waar je meer glooiende valleien vindt. Er zijn een aantal door de bergen slingerende scenic roads, die na het aanleggen van tunnels vandaag de dag alleen nog een toeristische functie hebben. Het eiland telt ruim 55 bergtoppen, waarvan Gluggarnir met een hoogte van 610 meter de hoogste is.
Suðuroy is het enige eiland van de Faeröer waar steenkool te vinden is. Vanaf de 17e eeuw is met meerdere mijnen geprobeerd de kolenwinning winstgevend te maken maar steeds weer bleken Britse kolen goedkoper. De steenkool werd wél gewonnen voor huishoudelijk gebruik, ter vervanging van turf als brandstof. Het noordelijk gelegen Hvalba heeft de enige nog in werking zijnde steenkoolmijn van het eiland.
In de jaren ’90 ontdekte men ook grote reserves aardolie en aardgas onder het continentaal plat. De Faeröerders zagen dit meteen als een manier om onafhankelijk te kunnen worden van Denemarken, maar de economische crisis van 2008 hakte er behoorlijk in. De onafhankelijkheid van de Faeröer eilanden lijkt nu verder weg dan ooit. Tot op de dag van vandaag is er overigens nog niet gestart met boringen.
Suðuroy heeft een behoorlijk vergrijzende bevolking. Jonge mensen trekken weg naar het vasteland om te studeren of naar de andere eilanden omdat daar meer kansen voor hen liggen. Toch lijkt het er op dat steeds meer mensen na een verblijf elders terugkeren naar het eiland. Een aantal jaren ouder weliswaar. Hierdoor mis je in het straatbeeld een hele generatie; mensen tussen de 20 en de 30 jaar oud kom je er nauwelijks tegen.
Smyril Line Tórshavn – Suðuroy
Smyril Line verzorgt de overtocht naar Tórshavn naar Suðuroy. De ferry vertrekt iedere dag. Maar de vertrektijden wisselen, het is dus handig om goed naar het vaarschema te kijken. Je hoeft de ferry naar Suðuroy niet vooraf te reserveren, eenvoudigweg een half uur vóór vertrek in de rij met auto’s aansluiten. Op de terugweg koop je in de kiosk op de ferry je ticket (dit ticket is dus zowel voor de heenreis als voor de terugreis).
Waarom zou je dat doen, met de ferry naar Suðuroy?
Is het het waard, om Suðuroy te bezoeken? Het kost best veel tijd, die ferry. Ik vind van wel, als je tenminste voor wat langere tijd op de Faeröer eilanden bent. Ik breng er vijf volle dagen door en kan gerust een dag inplannen voor Suðuroy. De vier overige dagen zijn genoeg om de andere eilanden te ontdekken. Inclusief wachttijden bij de ferry kost heen- en terugreis je ongeveer 5 uur (2 uur heen en ook weer terug, 2x een half uur voor het wachten). Je hebt vervolgens ongeveer 5 uur om het eiland te ontdekken. Dat is eigenlijk te kort om het hele eiland rond te rijden. Helemaal als je, net als ik doe, ook nog de wandeling naar Hvannhagi maakt. Wil je Suðuroy echt goed zien, dan zou ik aanraden om een nachtje op het eiland te blijven. Of om niet te gaan wandelen op Suðuroy, daarmee bespaar je echt tijd. Bovendien is de overtocht naar Suðuroy rustgevend en heb je prachtige vergezichten. Part of the Faroe Islands experience, zeg maar.
Suðuroy bezienswaardigheden en tips
Wat te doen op Suðuroy? Wat te zien op Suðuroy? Genoeg! Een dag is niet genoeg om alles op het eiland te ontdekken. Ik ben er helaas maar één dag en ik moet dus echt keuzes maken. Op aanraden van locals besluit ik om, na het maken van de mooie wandeling naar Hvannhagi, naar het zuiden van Suðuroy te rijden. Maar ook het noorden én het binnenland bieden genoeg moois. Hieronder tips en een overzicht van bezienswaardigheden op Suðuroy.
Akraberg Lighthouse
In het meest zuidelijke puntje van Suðuroy ligt Akraberg. Eeuwen terug, vanaf de 11e eeuw, werd Akraberg bewoond door een behoorlijke gemeenschap met Friezen. De Zwarte Dood (pest) kwam echter ook in deze uithoek terecht en liep voor bijna alle Friezen fataal af. De Friezen die overleefden verhuisden naar het iets noordelijker gelegen Sumba. Nakomelingen van deze Friezen gingen nog lang na de Reformatie als heidenen door het leven en komen voor in diverse Faeröerse sagen (lees ook over de Friese sage Akrabjerg).
Op het uiterste landpuntje van Akraberg staat Akraberg Lighthouse. In 1909 werd deze vuurtoren gebouwd, samen met een aantal woonhuizen. De laatste vuurtorenwachter die hier met zijn familie woonde vertrok na de heftige storm van december 1988, die bekend staat als de “Christmas Hurricane”. De vuurtoren werkt sindsdien automatisch. Er staan nog twee plaatjes van woonhuizen bij de vuurtoren. Van een gids vernemen we dat de huizen verkocht zijn en dat er plannen zijn om de huizen te gaan verhuren.
Het is een klein stukje lopen van de plek waar je de auto kunt parkeren naar de vuurtoren. De uitzichten zijn prachtig. Je kijkt vanaf dit punt uit op een stuk van de ruige westkust van Suðuroy. Draai je om dan heb je zicht op de vuurtoren en de mooi gekleurde huisjes.
Sumba
Sumba ligt een paar kilometer ten noorden van Akraberg. Er wonen in dit dorp ongeveer 350 mensen en het is een van de twee dorpen die aan de westkust van het eiland liggen (het andere dorp is Fámjin). Ooit was de naam van het dorp Sunnbøur, wat ”meest zuidelijk gelegen dorp” betekent. Door misspelling van de Deense taal werd het uiteindelijk Sumba. Men denkt dat Sumba één van de oudste dorpen van de Faeröer eilanden is, aangezien bij opgravingen sporen uit de 7e eeuw gevonden zijn. Het dorp is door de omliggende hoge bergen altijd lastig te bereiken geweest, vooral in de winter. In 1997 werd er een 3240 meter lange tunnel aangelegd, dwars door het gebergte heen. Sindsdien is Sumba het hele jaar door goed te bereiken. Leuk weetje: voor de kust van Sumba ligt een klein eilandje, Sumbiarhólmur. Ieder voorjaar worden er een aantal schapen naar het eilandje gebracht, die in september weer worden opgehaald. Volgens de inwoners van Sumba worden deze schapen extra zwaar en smaakt het vlees beter dan van schapen die op Suðuroy zelf grazen.
Old road 92
Rij je van Sumba terug naar Lopra dan kun je de tunnel pakken, maar veel leuker is het om de oude weg door de bergen te nemen (“old road 92”). Dat de weg niet veel bereden wordt zie je op veel plekken aan het gras, wat zelfs midden op de weg door het asfalt heen groeit. De weg is smal, maar goed begaanbaar. Pak op de heenweg naar Sumba de tunnel en terug deze oude weg, dan heb je voor je gevoel een rondje gereden en zie je toch ook weer hele andere landschappen.
Beinisvørð
Tussen Sumba en het iets noordelijker gelegen Lopra in ligt de 469 meter hoge klif Beinisvørð. Beinisvørð is de op een na hoogste vogelklif op de Faeröer eilanden en door zijn hoge, driehoekige top vanaf veel plekken op Suðuroy zichtbaar. De plek is geliefd bij veel vogelsoorten en in het verleden is de plek een belangrijke voedselbron geweest voor de inwoners van Sumba, die er vogels vingen en eieren verzamelden. Je komt op de vogelklif door de oude weg te pakken in plaats van de tunnel. Wil je Beinisvørð van een afstand zien dan kan dat vanaf Eggjarnar. Vanaf Vágur loopt er een weg naar deze plek, die vervolgens zorgt voor het beste zicht op de hoge vogelklif. Een andere manier om Beinisvørð van dichtbij te bekijken is met een boottocht. Aan de westkust van Suðuroy nestelen ieder jaar ongeveer 20.000 puffin paartjes. De rotswanden hier zijn echter zó steil dat er betere plekken zijn voor puffins spotten op de Faeröer eilanden.
Hvannhagi, hidden lake
Hou je van wandelen en ontdek je liever een kleiner deel van Suðuroy te voet dan een groter deel met de auto? Dan kan ik de wandeling naar Hvannhagi aanraden. Officieel start de wandeling bij het ziekenhuis in Tvøroyri (Suðuroyar Sjúkrahús), de lengte van de wandeling is dan 10 kilometer (totaal). Het eerste stuk van de wandeling is over Ovari Vegur, een geasfalteerde weg. Dit deel kun je eventueel overslaan om aan het einde van deze weg de auto te parkeren. Je loop dan meteen de berg op. Op bepaalde stukken moet je aardig klimmen en afdalen en het is af en toe best zoeken naar het pad. Vooral het begin van de afdaling naar het meer zelf, Frostgjógv passage, kan een uitdaging zijn. Maar het is allemaal de moeite waard wanneer je bij Hvannhagi komt. Dit meer ligt verscholen tussen hoge rotswanden en vanaf deze plek heb je zicht op de kleine eilanden Lítla Dímun en Stóra Dímun. Bij helder weer zie je in de verte Skúvoy en zelfs Sandoy liggen.
Tvøroyri
Het meest belangrijke en grootste dorp op het eiland is Tvøroyri. Bij aankomst op Suðuroy heb je mooi zicht op Tvøroyri, aangezien de ferry aan de andere kant van Trongisvágsfjørdur aanlegt in Drelnes. De kerk van Tvøroyri springt meteen in het oog. Deze werd in Noorwegen gebouwd en kwam in 1907 als bouwpakket naar Tvøroyri, waar hij weer werd opgebouwd. Deze kerk staat op mijn persoonlijke lijstje met mooie kerken op de Faeröer eilanden. Aan de vele aanwezige boot- en pakhuizen is meteen af te lezen dat de visserij altijd een belangrijke rol heeft gespeeld in dit dorp. In 1836 werd Tvøroyri gesticht, toen de Royal Danish Monopoly Trading Station een filiaal opende op deze plek. Nadat het bedrijf in 1856 zijn monopoliepositie verloor groeide Tvøroyri uit tot het grootste dorp van de Faeröer eilanden en een van de belangrijkste vissersplaatsen.
Wil je meer van de geschiedenis te weten komen dan kun je het dorpsmuseum Tvøroyrar Bygda- og Sjósavn vlakbij de haven bezoeken. Het museum is gevestigd in een zwart houten pand met grasdak, dat vroeger diende als stadhuis. Nog meer cultuur snuiven kan in cultuurhuis SALT. Het hele jaar door wordt hier kunst tentoongesteld en worden er concerten en theatervoorstellingen gegeven.
Niet alleen in Zweden doen ze aan het midzomerfeest, ook op de Faeröer eilanden vieren ze midzomer. Om het jaar viert men in Tvøroyri Jóansøka (Saint John’s Festival), in een weekend rondom 24 juli. In de tussenliggende jaren wordt Jóansøka gevierd in het dorp Vágur.
Basalt colums
Een bijzonder natuurlijk verschijnsel op Suðuroy zijn basaltkolommen. Je vindt deze basaltformaties op weg naar Froðba, een paar minuutjes rijden vanaf Tvøroyri. De kolommen staan direct naast de weg dus je kunt ze niet missen. Ook vanaf de ferry zijn de basaltkolommen langs deze weg en boven de kerk goed te zien. Lager bij het water vind je Kúlugjógv, ”kromme” basaltformaties. Wil je de basaltkolommen niet per se van dichtbij bekijken dan hoef je er niet naartoe te rijden. Het mooiste zicht heb je dan vanaf de ferry. Bij het aankomen op Suðuroy en bij het vertrekken gewoon weer!
Nog meer Suðuroy tips
Bovenstaande activiteiten en bezienswaardigheden op Suðuroy heb ik zelf mogen ervaren. Er is echter nog meer te doen op het eiland, alleen zul je er dan meer tijd voor moeten uittrekken. Als ik nog eens terug kom dan wil ik zeker de Hvalba mijn gaan bezoeken en wellicht overnachten in deze leuke accommodatie. Meer tijd inplannen om de ruige westkust van Suðuroy te ontdekken en dan met name het stukje in het noorden, waar de imposante 109 meter hoge sea stack Ásmundarstakkur boven de zeespiegel uitrijst. Ook zou ik het ruige stukje kust ten westen van Vágur gaan bekijken, Vágseiði. Heb je langs het overgrote deel van de kust hoge, steile kliffen, hier zijn het rotsachtige riffen in het water die, met behulp van veel wind, voor een ruige zee zorgen. De eerste vlag van Faeröer hangt ingelijst aan een binnenmuur in de kerk van Fámjin, zeker ook een bezoekje waard als je van geschiedenis houdt. Overigens schijnt de ligging van het dorp Fámjin zelf ook heel idyllisch te zijn. Genoeg redenen om een keertje terug te komen op dit eiland!
Boek jouw reis naar de Faeröer eilanden makkelijk in 1 keer
Het is best wat uitzoekwerk, reizen naar de Faeröer eilanden. Zoals je kunt lezen in het artikel over hoe ik uiteindelijk op de Faeröer eilanden kwam is de manier van reizen bij mij behoorlijk vaak aangepast. Wil je vliegen naar de archipel? Vergelijk dan vliegtickets op Momondo.nl.
Vind je al dat uitzoeken nou veel gedoe? Dan is dit wellicht een goede oplossing. Met Voigt Travel kun je 11 dagen naar de Faeröer eilanden met eigen auto, inclusief overtocht met de ferry vanuit Denemarken én verblijf in verschillende accommodaties op de eilanden. Wel op eigen gelegenheid dus, maar toch alles vooraf goed geregeld. Wil je toch liever vliegen en ter plaatse rond rijden in een huurauto? Dan biedt BBI Travel diverse rondreizen aan waar je uit kunt kiezen. 5 dagen, 8 dagen of 22 dagen; alles is mogelijk!